Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Toen sprak Haggai, [29]de bode des HEEREN, tot het volk, zeggende: [31]Ik ben met ulieden, spreekt de HEERE. 29. Of, gezant, ambassadeur. 30. Dat is, in de boodschap, die hij in den naam en uit het bevel des Heeren deed aan het volk; of uit kracht der boodschap, achtervolgens het bevel, dat hij van God ontvangen had. 31. Of, Ik zal zijn. Derhalve hebt goeden moed, en vaart kloekelijk voort in het opbouwen van mijn huis. Verg. Ps.56:10; Matth.28:18,20; Rom.8:31.